Wijn karakteristieken

Van druif tot bubbels: het unieke proces achter champagne

Champagne vaten Bardiau Champagne

Champagne is een mousserende wijn uit de Franse champagnestreek die perfect is voor speciale gelegenheden en feestelijke momenten. In deze blog ontdek je alles wat je moet weten over de karakteristieken van champagne, de herkomst, het productieproces en de verschillende soorten champagne die er gemaakt worden.

Wat is champagne en waar komt het vandaan?

Champagne is een mousserende wijn gemaakt van druiven afkomstig uit de champagnestreek in Frankrijk. Om de mousserende wijn champagne te mogen noemen moet het aan strenge eisen voldoen. Zo is er precies vastgelegd wat de grenzen van het gebied zijn waarbinnen champagne gemaakt mag worden en welke druivenrassen er gebruikt mogen worden. Dit zijn: Pinot Noir, Chardonnay, Pinot Meunier, Pinot Blanc, Pinot Gris (in de champagnestreek beter bekend als Fromenteau), Arbane en Petit Meslier. Tevens moet champagne gemaakt worden volgens een bepaalde methode (Methode Champenoise).

Methode Champenoise: Het productieproces van champagne

De wijnen in de champagnestreek beginnen net zoals alle wijnen zonder bubbels (vins clairs). Het mousserende ontstaat door een eeuwenoud productieproces dat door de jaren heen steeds verder geperfectioneerd is: De Methode Champenoise

Het begint allemaal bij de oogst van de druiven die tegenwoordig vaak plaatsvinden rond half september. Vervolgens worden de druiven geperst en wordt het sap overgebracht naar tanks of vaten voor de eerste fermentatie. Zoals eerder gezegd start elke champagne als stille wijn, dus zonder bubbels. 

Deze wijnen vormen de basis voor de champagne. Het merendeel van de champagnes bestaat uit een blend van verschillende van deze basiswijnen. Verschillende percelen en/of druivensoorten worden apart van elkaar gevinifieerd en vervolgens geproefd en geblend om het beste resultaat te bereiken.

Tweede fermentatie

  • De tweede fermentatie waarbij champagne zijn bubbels krijgt, vindt plaats op fles. Aan de fles wordt ‘’liquer de tirage’’ toegevoegd. Dat is een mix van wijn, suiker en gist. Het idee hierachter is dat de gist de suiker langzaam opeet en daardoor ontstaat koolzuur. Het toevoegen van de suiker aan de mix voor de ‘’liquer de tirage’’ gebeurt erg nauwkeurig. Dit om drukverschil tussen de flessen te voorkomen. De flessen worden hierna over het algemeen afgesloten met een kroonkurk.
  • Nadat de tweede fermentatie plaatsgevonden heeft, blijven de gistcellen in de fles tot het dégorgement. Het verder rijpen op de gistcellen, ook wel ‘sur lie’ genoemd, zorgt ervoor dat de champagne extra complexiteit en karakter krijgt. Het is daarom verplicht voor champagnemakers om non-vintagechampagnes (een blend van meerdere jaargangen) 12 maanden sur lie te laten rijpen en vintagechampagnes (champagne die volledig gemaakt is van de druiven van één jaargang) zelfs 36 maanden.

Dégorgement

  • Als laatste stap in het proces worden de gistcellen verwijderd. Om de flessen klaar te maken voor het dégorgement wordt ervoor gezorgd dat al het sediment zich ophoopt in de hals. Deze stap wordt ‘’remuage’’ genoemd. Veel champagnehuizen doen dit nog volledig met de hand waarbij de flessen in houten rekken worden geplaatst en regelmatig worden gedraaid om het bezinksel in de hals te krijgen. Er zijn meerdere manieren om het dégorgement uit te voeren. De meest gebruikte is de hals van de fles in een pekelbad dopen waarbij het sediment gedeeltelijk bevriest en makkelijk verwijderd kan worden.

Hoe wordt de zoetheid in champagne bepaald? Dosage uitgelegd

Direct na het dégorgement wordt de ‘’liquer d’expédition’’ toegevoegd. Dit is wijn gemixt met suiker. Het zorgt ervoor dat de fles weer aangevuld is nadat het sediment verwijderd is, maar nog belangrijker: het zorgt voor de mate van zoetheid van een champagne. Vroeger werden champagnes erg zoet gemaakt, maar tegenwoordig is het zo dat de betere makers de dosage over het algemeen laag proberen te houden. Hieronder is het lijstje te zien met de verschillende dosages die bij champagne vermeld staan op de fles:

  • Brut Nature of Non-Dosé (Gebotteld zonder dosage)
  • Extra Brut (0-6 gram suiker per liter)
  • Brut (0-12 gram suiker per liter)
  • Extra Dry (12-17 gram suiker per liter)
  • Sec (17 tot 32 gram suiker per liter)
  • Demi-Sec (32-50 gram suiker per liter)
  • Doux (meer dan 50 gram suiker per liter)

Soorten champagne uitgelegd: Blanc de Blancs, Blanc de Noirs, en Rosé

Een champagnemaker kan zoals eerder genoemd 7 verschillende druivensoorten gebruiken in de champagne. Als de champagne gemaakt wordt van 100% witte druiven is het een ‘’Blanc de Blancs’’. In de praktijk is dit vaak een champagne van 100% Chardonnay, maar de champagnemaker mag hier uiteraard ook andere witte druivensoorten voor gebruiken die zijn toegestaan binnen de appellatie, zoals Pinot Blanc, Arbanne of Petit Meslier.

Een ‘’Blanc de Noirs’’ wordt gemaakt van 100% rode druiven. Dit kan zijn van Pinot Noir en/of Pinot Meunier druiven. Doordat alleen het sap van de rode druiven gebruikt wordt en daarbij de schil wordt verwijderd voor het gisten, blijft de kleur die van een witte wijn/champagne.

Rosé champagne kan in de champagnestreek op twee manieren gemaakt worden. Veel makers voegen wat rode wijn toe aan de witte wijn om het een rosé kleur te geven. Er is een tweede manier met de ‘’Saignée methode’’ waarbij de het druivensap voor een korte periode in contact wordt gebracht met de druivenschillen om zo de rosé kleur te krijgen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *